Introductie over Voeding

Ieder levend wezen heeft een stofwisseling. Deze bestaat uit:
voeding of assimilatie en verbranding of dissimilatie.
De plant is in staat om elementen (C,N,S,P,Mg) om te zetten in ingewikkelde organische verbindingen.

Biologische teelt van gewassen

Door gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen is de productie van de land- en tuinbouw sterk gestegen.
Door dit opjagen van het groeiproces raakte de bodem letterlijk uitgeput.
In een reactie hierop ontstond de biologische landbouw, waarbij geen 'onnatuurlijke' producten zoals kunstmest gebruikt worden.
Natuurlijk streven wij in onze moestuin ook de biologische (duurzame) methode toe te passen:
We gebruiken geen kunstmest en pesticiden, het bodemleven en organische stoffen staan centraal
We voeden voortdurend de grond en de bodemflora: (bacterien) en schimmels zetten de voedingsstoffen om in voedsel voor de plant.
De bodemvruchtbaarheid, en dus ook de opbrengst, wordt daarmee elk jaar verbeterd.

Water

De plant heeft water nodig als bouwstof (grote vakuolen), als transportmiddel en voor de stevigheid.
De wateropname moet voldoende zijn en niet belemmerd worden.
De wateropname wordt verminderd door onvoldoende zuurstofvoorziening van de wortels. Ook de temperatuur van het water kan een rol spelen.
Voor optimale wateropname (met voedingsstoffen) is een eb-vloed systeem uitermate geschikt.

Voedingsstoffen

Er zijn drie basisvoedingsstoffen die elke plant in verschillende verhoudingen nodig heeft:
N (stikstof), P (fosfaat) en K (kalium). Op kunstmest wordt de verhouding van deze drie vermeld.
Verder zijn CAO(kalk) en Mg (magnesium) belangrijke voedingsstoffen.
Er zijn enkelvoudige meststoffen, met de nadruk op een enkele stof en er zijn samengestelde meststoffen, met alles erin.
Voorbeelden van enkelvoudige meststoffen zijn bloedmeel(N),beendermeel(P) en vinassekali(K).

Voor de functie van elke voedingsstof en het herkennen van een overmaat of tekort ervan zie het artikel over de voedingselementen.

Door de wortel van planten worden water met daarin opgelost voedingszouten opgenomen.
Alleen het van water voorzien van een plant is niet voldoende. In slootwater komen de meeste voedingsstoffen (K,Na en Ca) in geringe mate voor, voldoende voor waterplanten.
Voor het opkweken van planten is echter soms een extra dosis gewenst. Ook kunnen plantenziektes ontstaan door gebrek aan bepaalde sporenelementen. Voor onze (moes)tuin zijn we dus op zoek naar organische meststoffen, die het bodemleven en de bodemstructuur verbeteren.

Voedingsstoffen in de kas

In een kas is het voor een amateurtuinder niet mogelijk om natuurlijk evenwicht te bewaren. We zoeken ons heil bij de oplosbare metsstoffen. Dit zijn organisch-minerale meststoffen (kunstmest verrijkt met mineralen) of (beter) biologische meststoffen. Deze zijn er voor specifieke gewassen. Voor algemeen gebruik kan bv. Ecostyle vloeibare Plantenvoeding worden gebruikt.
Wilt u desondanks met kunstmest aan de slag bv. omdat planten een fosfortekort hebben, wees dan voorzichtig want een teveel aan kunstmest kan desastreus gevolg hebben voor uw planten.
Goede informatie hierover is op internet te vinden in growguides voor wietkwekerij.

De koolstofbron van de groene plant is natuurlijk de koolzuur uit de lucht, die door koolzuurassimilatie onder invloed van licht wordt omgezet in glucose, de universele brandstof.
De suikers die in de bladeren door fotosynthese worden geproduceerd, worden grotendeels gebruikt voor het levensonderhoud van de plant. Bij bomen vloeit ongeveer 30% weg via de wortels (exudatie). In de grond bevinden zich organismen die gevoed worden door deze exudaten en in symbiose leven met deze wortels.
Lees ook de artikelen over verwarmen en bijlichten.