Storingen algemeen
Op de sproeiregelaar bevindt zich een groene led en aan de binnenkant is er nog een rode en groene led.
Met behulp van deze leds is de goede werking van de sproeiregelaar te controleren.
De groene led op de voorzijde is een indicatie van de toestand van de accu, deze led dient overdag aan te zijn of te knipperen.
Normaal gesproken geeft de groene led een regelmatig en rustig knipperend patroon.
Bij een van onderstaande problemen zal de knipperfrequentie toenemen:
1) De accu is leeg
2) De nacht duurde te lang (meer dan 31 uur)
3) Interne problemen
Meestal betreft het een lichtbelemmering door bladeren, mos of een dikke laag sneeuw, soms niet goed functionerende bekabeling.
De fout kunt u resetten door de sproeitimer te starten (en te stoppen).
Herstelt de fout niet, dan betreft het een defect onderdeel (bv. een temperatuursensor), dat uitgeschakeld werd.
De rode led geeft een indicatie voor de werking van het zonnepaneel. Overdag moet deze led branden.
De groene led op de bodemprint dient om de vochtsensor te testen.
Bij aangesloten vochtsensor zal deze led overdag branden bij een vochtige grond en tijdens het laden van de accu.
Het licht gaat niet aan
Elke dag moet de accu een keer vol raken. Om de accu te sparen worden enkele functies uitgeschakeld.
Als de accu niet vol is geweest dan gaat de (buiten)lamp 's avonds (en 's morgens) niet aan.
Tevens zal het sproeiprogramma een dag worden uitgesteld.
Er treedt geen foutindicatie op.
Het sproeiprogramma heeft niet gewerkt
We gaan ervan uit dat sproeien met de timer wel mogelijk is. Zo niet, controleer dan watervoorziening, pomp, zekering.
Herstel eerst alle technische problemen en lees dan verder.
Als het licht wel aan is geweest, maar er is niet gesproeid dan kan het volgende aan de hand zijn:
1)Het programma staat uit. Zet de schakelaar(s) in de goede positie.
2)Het is winter. De winter wordt berekend aan de lengte van de dag. Sproeien start pas vanaf maart en duurt tot november.
3)Te koud. Als de temperatuur te laag is wordt er niet gesproeid.
3)De grond is te vochtig. Als de vochtigheid te groot is wordt in de tuin helemaal niet geproeid. Is de grond matig vochtig dan wordt soms een dag overgeslagen
4)Te weinig zon. Overdag wordt het aantal zonuren geteld voor berekening van de sproeitijd.